Perú. De reis zit erop. Morgen maken we onze vlucht terug naar Santiago de Chile. We hebben veel gezien, maar ook weer heel weinig van dit indrukwekkende land. Nazca, Arequipa, Titicaca, Cusco, Ayacucho, Villa Rica, Pucallpa, Trujillo, Lima… Noord, zuid, oost, west. Stranden, woestijn, hooggebergte, tropisch regenwoud. Zon, regen, sneeuw, kurkdroog, klam. We hebben ruige en gevaarlijke wegen bezocht, veel bittere armoede en veel overleveraars gezien. Het landschap is adembenemend, maar de armoede laat je evenzogoed naar adem snakken. Het is geen makkelijk en toegankelijk land als je af gaat van de platgetreden paden. Het land heeft een rijke geschiedenis, maar niet iedereen heeft daar garen bij gesponnen. Grote tegenstellingen dus, die open op straat liggen.
Soms wil je zelf meer comfort, snak je naar meer gemak, maar dat is er gewoonweg niet in dit tweede wereld land. Het is confronterend. Het maakt dat je toeschouwer blijft en in analyses het antwoord wil krijgen: hoe leven mensen hier. Maar ergens zien we ook dat het antwoord er al lang is, maar het misschien niet willen zien. Gabriel García Márquez schreef het zo mooi in ‘Duizend Jaar Eenzaamheid’: Tijden veranderen niet, ze draaien rondjes.