Ciudad de Mexico. We lopen over een aardbodem waar al eeuwen mensen hun huizen hadden, hun handel, hun gebruiken en geloven. Je zou soms de tijd terug willen draaien om eens te snuiven hoe het was in de tijd van de Azteken. Hoe het hier in hun hoofdstad Tenochtitlán eraan toe ging. Midden in een gigantisch meer (Texcoco) — ongeveer vijf keer zo groot als het IJsselmeer— ontstond op eilandjes een belangrijke stad.
Niet voor te stellen dat hier in de vallei (Anahuac) ooit een groot meer was. met vissen, begroeiing, drassigheid, omzoomd door wouden met hoge bomen en bijbehorend fauna.. Waar nu de stad Mexico gebouwd is, net zo groot. Dat kon alleen maar gebeuren nadat de Spanjaarden het meer gedempt, alle bouwwerken gesloopt en de stenen hadden gebruikt voor hun eigen kerken en paleizen.
Geschiedenis zit in de grond. Hooguit fundamenten zie je nog blootgelegd, meer is er niet. Het is weg. Vergaan of kapot gemaakt, omwille van de vooruitgang, omwille van het ledigen van de woningnood, omwille van een groot ego die geschiedenis wilde schrijven met parade-beton.
In Rome is het Forum Romanum gescheiden van de Keizerlijke Fora door een vierbaans autoweg: Via dell’Impero. Mussolini heeft deze weg, dwars over de oudheden aangelegd om zo een mooie route te maken naar zijn eigen kantoor.
Er zit van alles in de grond. Er staat overal prachtige oudbouw vreselijk in de weg. Je kan het slopen en met alles wat vrijkomt iets nieuws bouwen. Zo is al het marmer van het Colosseum in Rome geript en verplaatst naar de Sint Pieter in Vaticaanstad.
Hier in Mexico Stad zie je overal de Spaanse kerken gebouwd met de stenen die vrijkwamen bij het afbreken van de Azteekse tempels. Die stonden immers handig in de buurt. Bovendien kun je zo de overwonnen cultuur vernederen. Simpelweg door het te slopen.
Dat is geschiedenis. Het zit in vele lagen onder het zand.
Er worden weer nieuwe gebouwen op gezet, nieuwe wegen aangelegd, heuveltjes geëgaliseerd.
Er zit altijd spanning op nieuwbouw, conflict met het verleden. Het verleden zit soms in de weg. Wanneer sloop je het en wanneer bouw je eromheen? Het heeft alles te maken met een bewustzijn, met een collectief bewustzijn. Met een ingebakken gevoel voor wat hiervoor allemaal is geweest en heeft plaatsgevonden.
En uiteraard ook met een tijdsgeest. Einde twaalfde eeuw begon de toenmalige Sultan van Egypte met de sloop van de piramides van Gizeh. Iets wat je niet zint maak je kapot. Hij begon met de kleinste, Menkaure. Het kostte acht maanden om wat stenen weg te slaan. Hij liet het erbij. Het gat is nog steeds te zien.
De enorme Boeddhabeelden in de Bamiyanvallei van Afghanistan zijn om politiek religieuze redenen verwoest door de Taliban. Het zogenaamde Westen reageerde furieus.
In december 2017 maakte de Trump Administration bekend dat de Bears Ears National Monument in Utah met meer dan 65 miljoen m² verkleind wordt. Heilige grond voor de Natives, kapotgemaakt voor olie, gas of mijnbouw. Het zogenaamde Westen reageert niet.
Tijdsgeest. Economische belangen. Selectieve verontwaardiging.
Tijdsgeest. Economische belangen. Selectieve verontwaardiging.
“Unfortunately, the buildings that were located on the south part of the plaza rest under the emblem tower of the Foreign affairs building.”